Spring naar inhoud

Tour de France Weetjes

Tour Weetjes

De snelheid

De snelheid binnen een etappe varieert nogal. Als de renners gaan sprinten, om bijvoorbeeld een etappe te winnen, gaan ze soms tussen de 60-70- kilometer per uur.

Bij een steile bergetappe rijden de wielrenners vaak maar tussen de 15-20 kilometer per uur, maar als ze dan de berg afdalen halen ze zonder trappen 85-90 kilometer per uur en bij meetrappen wel tot  95-110 kilometer per uur. Net zo hard als een auto op de snelweg.

Afdalen met zo’n grote snelheid is heel gevaarlijk. Vooral als er een bocht aan komt. Je kunt dan heel hard vallen. Soms missen wielrenners een bocht en met alle gevolgen van dien.

De fiets vroeger en nu

Het gaat allemaal steeds sneller. Vroeger woog de fiets wel 13 kilo in de ronde van Frankrijk, tegenwoordig nog maar 8 kilo. Vroeger had men fietsen zonder versnellingen en moesten de renners onderweg zelf hun band plakken. Als er iets kapot was aan de fiets zochten ze een smid langs de route om de fiets te laten maken. Dat kostte heel veel tijd. Nu is dat anders doordat de volgwagens alles meehebben. Het is nu makkelijk om van fiets of fietswiel te wisselen. Je hebt nu zo een nieuw wiel of een nieuwe fiets.

De Tour de France wielrenners van vroeger reden in wollen truien en lange broeken. Soms deden de wielrenners een biefstuk in hun broek om geen zadelpijn te krijgen. Dat is nu wel anders. De renners hebben nu speciale truien en broeken (met een zeemleren lapje) om zadelpijn te voorkomen. De truien hebben lange en korte mouwen, voor als het warm of koud is.

In Frankrijk moeten de wielrenners met een helm oprijden. Dat is verplicht. Als renners vallen dan is hun hoofd beschermt. Er zijn vroeger enkele renners overleden omdat ze op hun hoofd terecht kwamen.

No comments yet

Plaats een reactie